Bouwsteen 1, Onderdeel 4
Bezig met cursustraject

Thuisles De Emmaüsgangers groep 5-6

Bouwsteen Progress
0% Afgerond

Thema De Emmaüsgangers
Van huilen naar lachen.

LESOPBOUW

  • Het verhaal over ‘de Emmaüsgangers’
  • In het verhaal stappen door antwoorden te zoeken op vragen.
  • Op verhaal komen door een stripverhaal te maken

Groep: 5-6

Stappen:

  • Het verhaal ‘ de Emmaüsgangers’ lezen
  • Vertelplaat bekijken
  • Vragen beantwoorden
  • Stripverhaal tekenen

Wat heb je nodig:

  • Papier
  • Tekenspullen

WAAROVER GAAT HET VANDAAG?
In het verhaal lezen we dat de mannen teleurgesteld en verdrietig uit Jeruzalem vertrekken. Maar als ze Jezus herkennen worden ze heel blij.
Er kan zomaar iets gebeuren dat alles ineens helemaal verandert; Iemand die je heel erg mist staat onverwachts voor je neus. Je dacht een onvoldoende te krijgen maar je had de toets toch goed gemaakt. Je bent iets kwijt maar dan vindt je het weer. Het is bijna niet te geloven maar toch is het echt waar.
Dit lijkt bij de mannen uit het verhaal ook te gebeuren. Ze zijn bedroefd door alles wat er is gebeurd. Ze snappen niet dat het zo is gelopen. Als Jezus brood breekt en deelt zoals bij het laatste Avondmaal zien de mannen iets dat ze bijna niet kunnen geloven. Zo is hij er en dan is hij weer weg. Ze zijn ineens zo blij! Ze gaan snel terug naar hun vrienden.

LEES HET VERHAAL OVER ‘DE EMMAÜSGANGERS’
Naar het Bijbelverhaal uit het Evangelie van Lucas hoofdstuk 24,13-35
Bekijk ook de vertelplaat.

Jezus vroeg: ‘Waar praten jullie over?’ Verdrietig bleven de twee leerlingen staan. Een van hen heette Kleopas. Hij antwoordde: ‘Jij komt hier zeker niet vandaan? Weet je dan niet wat er de afgelopen dagen in Jeruzalem gebeurd is?’

‘Wat dan?’, vroeg Jezus. Toen vertelden de leerlingen wat er gebeurd was met Jezus. Ze zeiden: ‘Jezus van Nazareth was profeet. Hij was een man die machtige en belangrijke dingen zei en deed in de ogen van God en van de mensen. Maar onze priesters en de machtige mannen hebben hem aan Pilatus uitgeleverd om te laten veroordelen. Ze hebben hem gekruisigd. En wij hoopten nog wel dat hij degene was die ons volk ging verlossen! Maar het is nu al de derde dag na zijn dood. Vanmorgen hebben een paar vrouwen uit onze groep ons zelfs erg in de war gebracht. Ze waren vanochtend vroeg naar het graf gegaan. Toen hebben ze ontdekt dat het lichaam van Jezus er niet lag. Ze vertelden zelfs ook dat ze engelen hadden gezien die vertelden dat Jezus leeft. Sommigen van ons zijn toen ook bij het graf gaan kijken. En alles was precies zoals de vrouwen gezegd hadden. Maar het lichaam van Jezus zagen ze niet.’

Nadat de mannen dit verteld hadden, zei Jezus: ‘O dommeriken, jullie begrijpen het nog steeds niet! Waarom geloven jullie niet wat de profeten gezegd hebben! Jullie wisten toch dat de verlosser, de Messias, eerst moest lijden voordat hij koning kon worden?’ En Jezus legde hun uit wat er in de heilige boeken stond. Hij begon bij de boeken van Mozes en al de profeten.
Zo kwamen ze bij het dorp Emmaüs. Jezus deed alsof hij verder moest. Maar de twee leerlingen drongen aan: ‘Blijf toch bij ons, want de dag is al bijna voorbij en het wordt al donker.’ Toen ging Jezus met hen mee. Tijdens het eten nam Jezus het brood. Hij dankte God, brak het brood in stukken en deelde het uit. Op dat moment herkenden de leerlingen Jezus. Maar direct daarna zagen ze hem niet meer.

Toen zeiden ze tegen elkaar: ‘Voelde jij het ook, dat ons hart helemaal warm werd, toen hij onderweg met ons praatte en de heilige boeken uitlegde?’ En meteen stonden ze op en gingen terug naar Jeruzalem. Ze gingen naar de elf leerlingen, die daar bij elkaar waren met de anderen van hun groep. De leerlingen waren opgewonden en zeiden: ‘Jezus is echt opgestaan, Simon heeft hem gezien!’ En toen vertelden de twee leerlingen wat ze onderweg meegemaakt hadden. En dat ze Jezus herkend hadden toen hij het brood brak.

IN HET VERHAAL STAPPEN DOOR ANTWOORDEN TE ZOEKEN

Verhelderingsvragen:

  • Hoe voelden de twee leerlingen zich toen ze naar Emmaüs liepen?
  • Wat maakte dat ze zich zo voelden?
  • Hoe zou het kunnen dat de leerlingen Jezus niet herkenden toen hij met hen meeliep?
  • Wanneer herkenden de twee leerlingen Jezus?
  • Waarom keren de leerlingen naar Jeruzalem terug?

Ervaringsvragen:

  • Hoe voelt het als je ergens op hoopt en het gaat niet door? Wanneer was dat?
  • Wat maakte jij mee toen je ineens van gevoel veranderde? Welke emotie veranderde in een andere emotie?

Levensbeschouwelijke vragen:

  • Wat zou er kunnen gebeuren als mensen niet zien hoe jij je voelt?
  • Moet je altijd je gevoel laten zien? Wanneer wel/niet en waarom?

OP VERHAAL KOMEN DOOR HET TEKENEN VAN EEN STRIPVERHAAL

  • Het verhaal is in drie afbeeldingen verdeeld.
    Afbeelding 1: Twee leerlingen lopen van Jeruzalem naar Emmaüs.
    Afbeelding 2: De leerlingen zitten aan tafel bij Jezus. Jezus breekt het brood. De leerlingen herkennen Jezus.
    Afbeelding 3: De leerlingen komen bij hun groep aan in Jeruzalem.
  • Koppel de emoties aan het verhaal. Bij welk deel van het verhaal horen; Verdriet en/of teleurstelling, verbazing en blijdschap
  • Teken een strip van drie plaatjes.
  • Teken de emotie van de mannen in hun gezicht maar probeer ook op een andere manier de emotie te laten zien, zoals ik de houding van de figuren.

Stuur de foto van jouw stripverhaal naar jouw juf of meester, samen met jouw antwoorden op de vragen.