Houvast op School en het verhaal achter de feesten

Ieder jaar vieren mensen in Nederland dezelfde feesten en feestdagen, of je nu christelijk bent of niet. En als je ze niet viert, zijn er wel vrije dagen voor gereserveerd in het schooljaar. Kerstmis, Pasen, Valentijnsdag en Dierendag oftewel de feestdag van Franciscus en nog meer. Dat geeft houvast.

Maar het verhaal achter deze jaarlijks terugkerende dagen en de achtergrond van de dagen die daar mee te maken hebben, zijn vaak onbekend. Het maakt deel uit van onze cultuur maar wat zegt het de kinderen van vandaag?

Door de gekozen didactiek biedt het materiaal van Houvast op School een kans aan alle leerlingen en leraren om de verhalen te leren kennen en herkennen in ons dagelijks leven. Houvast op School verbindt eigen ervaringen met de ervaringen van de mensen in de verhalen. Het slaat bruggen naar andere culturen en helpt hen op weg om zich te kunnen voorstellen dat er mensen zijn die zeggen dat God bestaat. De diversiteit van levensbeschouwingen die de leerlingen meebrengen in de school worden onderdeel van het proces van persoonlijke vorming. In dialoog krijgt iedere leerling meer kleur en ruimte om zichzelf te mogen zijn.

Houvast op school geeft leerlingen en leraren de gelegenheid om hun eigen weg te zoeken in bijbelverhalen en traditie. Veel van deze bijbelverhalen komen we nog dagelijks tegen in onze taal, onze gewoonten, onze kunst en cultuur. Vorige generaties hoorden deze verhalen in de kerk en thuis. Op school werd godsdienst onderwezen. Er is veel veranderd. Veel ouders voeden hun kinderen niet godsdienstig op. School heeft een andere rol gekregen in dit onderdeel van de ontwikkeling van kinderen. Leraren zoeken naar manieren om met bijbelverhalen om te gaan. Ze willen verdiepen en meer doen dan voorlezen alleen. Met dit materiaal krijgt de leerkracht houvast om met hun leerlingen op pelgrimstocht te gaan.

Door de gekozen didactiek biedt het materiaal van Houvast op School een kans aan alle leerlingen en leraren om de verhalen te leren kennen en herkennen in ons dagelijks leven.

De meest direct met burgerschap verbonden kerndoelen voor het primair onderwijs zijn te vinden in het leergebied oriëntatie op jezelf en de wereld. Drie kerndoelen hebben betrekking op de het samenleven in en deelnemen aan de Nederlandse democratische en pluriforme samenleving:

  • De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger (kerndoel 36);
  • De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen (kerndoel 37);
  • De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit (kerndoel 38).

Daarnaast bevat het leergebied oriëntatie op jezelf en de wereld kerndoelen die eveneens goed in verband gebracht kunnen worden met een aspect van burgerschap, bijvoorbeeld door een relatie te leggen met `de eigen verantwoordelijkheid voor de leefomgeving’,`de situatie in Nederland vergelijken met elders’ en met historische aspecten:

  • De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu (kerndoel 39).
  • De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika (kerndoel 47).
  • De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis (kerndoel 53).

Buiten het leergebied oriëntatie op jezelf en de wereld zijn er kerndoelen die vaardigheden beschrijven die een belangrijke voorwaarde zijn voor deelname aan de pluriforme democratische samenleving.

Met name in de kerndoelen Nederlandse taal is veel aandacht voor `zichzelf informeren’, ‘feiten en meningen onderscheiden’ en ‘deelnemen aan discussie’. Hier ligt ook een relatie met ‘mediawijsheid’:

  • De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren (kerndoel 3).
  • De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen (kerndoel 6).

Tot slot bevatten de leergebieden kunstzinnige oriëntatie en bewegingsonderwijs kerndoelen die verband hebben met respectievelijk identiteit en cultureel erfgoed en vormen van samenwerking en overleg.

  • De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed (kerndoel 56).
  • De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deelnemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening houden (58).