Bouwsteen 2, Onderdeel 4
Bezig met cursustraject

34.2.4.1 Op verhaal komen

Bouwsteen Progress
0% Afgerond

SORRY ZEGGEN EN VERGEVEN

Tip bij uitvoering:
Heb je met je groep een eigen afspraak over ‘sorry zeggen’ of op een andere manier laten merken dat je iets niet expres doet, gebruik deze dan bij de activiteit en herhaal regelmatig.

Stap 1 Introductie
Vertel de kinderen dat er soms wel eens iets misgaat. We doen natuurlijk allemaal ons best, maar toch gaat er wel eens iets mis. Geef hier een eigen voorbeeld of iets wat er in de groep is gebeurd.
Vraag de kinderen; ‘Wat doe je dan?’
Laat de picto’s zien. De picto’s staan hiernaast in een pdf >
Laat de kinderen aangeven wat ze zien.
Herhaal de woorden ‘per ongeluk’ – ‘expres’; ‘spijt’- ‘geen spijt’.

Stap 2 Kern

  • Zeg dat je een kind speelt en vraag een leerling om je te helpen met spelen.
  • Je speelt twee keer dezelfde scene. Een keer met de picto ‘expres’ en een keer met de picto ‘per ongeluk’.
    Bijvoorbeeld; het kind bouwt een prachtig zandkasteel. Jij maakt het kapot.
  • Speel de scene en gebruik het woord ‘expres’. Zorg dat je zelf de leerling speelt die geen spijt heeft. Laat het picto zien.
    • Doe daarna opnieuw hetzelfde en geef aan dat het ook ‘per ongeluk’ kon gebeuren. Laat hier ook het picto zien.
  • Vraag de leerling nu tegen je op te lopen. Vraag aan de kinderen of dit per ongeluk ging of expres. Welk picto hoort erbij? Hoe kun je dat weten?

Introduceer de vuistregel: Als je ‘sorry’ zegt, weet iedereen dat het mis ging. Dat je het niet zo bedoelde.
Je kunt hier ook je eigen afspraak met de groep introduceren en herhalen.

Speel met de leerlingen de volgende situaties na en laat de anderen vertellen of het per ongeluk gaat of expres.

  • Je puzzel is af. Opeens komt iemand langslopen en valt je puzzel in stukjes op de grond.
  • Je wil naar de glijbaan, maar opeens dringt er iemand voor.
  • Je valt over iemand zijn voeten.
  • Iemand eet jouw fruit op.

Stap 3 Afsluiting
Praat met de kinderen over:
De jongste zoon uit het verhaal gaat weg en maakt al het geld op. Waarom is zijn vader niet boos?