Bouwsteen 1, Onderdeel 1
Bezig met cursustraject

Jezus wordt veroordeeld groep 1-2

Bouwsteen Progress
0% Afgerond

Project ‘Op naar Pasen’

Deel 2 Jezus wordt veroordeeld

LESOPBOUW

  • Het gedicht ‘Jezus wordt veroordeeld’
  • In het verhaal stappen door gesprek aan de hand van vragen.
  • Op verhaal komen ‘Ik blijf altijd aan je denken’
  • Het gedicht over Pasen

Groep: 1-2

Duur: 30-40 minuten

Stappenplan:

  • Lees het gedicht ‘Jezus wordt veroordeeld’
  • Praat samen n.a.v. vragen
  • Bekijk de Vertelplaat
  • Maak een tekening
  • Lees het gedicht over Pasen

Zelf toevoegen:

  • Eventueel handpop
  • Papier en potloden/stiften

INFO VOOR OUDERS:
WAAROVER GAAT HET VANDAAG?
Jezus vertelt over een manier om aan hem te kunnen blijven denken. Het laatste avondmaal van Jezus met zijn vrienden bevat een mooi moment: brood delen en wijn drinken worden een traditie om hem bij zich te houden. Dat wordt nog steeds in kerken gedaan. Een ritueel wordt een ‘gedenk moment’.
We kennen allemaal wel dingen die ons helpen herinneren, iets waardoor de persoon die we missen heel dichtbij voelt. Een geur, iets dat we zien of horen kan een herinnering oproepen. Een gewoon object kan worden tot een ‘gedenk-ding’.
Bij Dodenherdenking spreken we mooie woorden, zien en ruiken we bloemkransen, horen we stilte en trompetklanken. Zo gedenken we met respect onze doden. Dichterbij hebben we in onze huizen de foto van een geliefd persoon en het kaarsje dat er soms bij brandt.

ALS HET BIJ JE PAST KUN JE SAMEN OPSTARTEN DOOR HET POPPENSPEL ‘IK MIS JE’

Begroet je handpop en houd een gesprekje. De pop is bedroefd. Het gesprek gaat ongeveer zo:

Jij bent V, de pop P

V: Waarom ben je zo droevig?
P: Ik heb mijn oma al zo lang niet gezien.
V: Je oma? Wat is er dan met haar?
P: Ik mag niet naar haar toe. Ze mag niet naar buiten en wij mogen niet op bezoek.

(N.B. Pas zelf het verhaal aan, passend bij jouw groep en moment, bijv: ‘Mijn oma is een tijd geleden doodgegaan en ik mis haar heel erg.’ ‘Oma is ziek, en ze ligt in een ziekenhuis. Ik kan niet naar haar toe’).

V: Wat naar! Praat je wel met haar via de telefoon? (of Praat je weleens over haar, met mama bijvoorbeeld)

P: Ja heel soms. Maar dat is anders. We kunnen niet knuffelen. We praten anders. Het voelt anders. Ik mis haar nog net zo erg.

Vraag aan je kind(eren): ‘Kennen jullie dat ook, dat je iemand mist?’
Luister naar wat ze zeggen en praat verder met Pop.

V: En als jij oma mist, wat dóe je dan?
P: Soms … kijk ik dan naar haar foto. Of … ik maak een tekening van ons samen. Van iets wat we samen deden.
V: O ja? Wat deden jullie dan samen, bijvoorbeeld?
P: … Koekjes bakken!
V: Zullen we dan een keer koekjes bakken om aan haar te denken?
P: (klaart op) Ja!!! … én opeten hè?
L: Ja ook opeten.
P: Wat een goed idee! Ik ga het meteen doen!

Pop is weer vrolijk.

Vertel dat de vrienden van Jezus ook verdrietig zijn omdat hij dood is. Ze missen hem.

Lees het gedicht en kijk naar de vertelplaat.

HET GEDICHT ‘JEZUS WORDT VEROORDEELD’
Naar het Evangelie van Matteüs 26 en 27

Die avond eet Jezus nog één keer met vrienden.

Hij wast zelf hun voeten, zoals een bediende.

Hij bidt, en hij zegt bij het breken van ’t brood

“Blijf zo aan mij denken, na mijn dood.”

 

Hij wordt door soldaten gehaald die nacht

en naar een gevangenis toegebracht.

De mensen ze roepen met luide stem:

Weg met hem, aan het kruis met hem!

 

Jezus die zoveel van mensen houdt

wordt weggedaan, hij deed niets fout.

Aan het einde roept hij: “Het is volbracht.”

De middag wordt donker als de nacht.

 

Zijn vrienden leggen hem in een grot.

Die dag voelt alles leeg en dood.

Hun vriend is weg, ze gelóven het niet.

Ze zitten te huilen van verdriet.

IN HET VERHAAL STAPPEN DOOR SAMEN TE PRATEN

Om in het verhaal te kunnen stappen en het te verkennen, bespreek je de vragen. Kies zelf welke vragen je wilt bespreken en hoeveel.

  • Verhelderingsvragen om na te gaan of ze het goed hebben gehoord.
  • Ervaringsvragen om hun eigen ervaring aan de ervaring van de personages in het verhaal te verbinden.
  • Levensbeschouwelijke vragen om het verhaal meer filosofisch te onderzoeken, te pelgrimeren door de woorden en een beetje tussen de regels te kruipen.

Tip bij het gesprek:
Neem ook de vertelplaat erbij en laat de kinderen reageren op wat ze zien.

Verhelderingsvragen:

  • Wat doen Jezus en zijn vrienden voor de laatste keer?
  • Waarom moesten de vrienden Jezus missen?
  • Waarom huilen de vrienden?

Ervaringsvragen:

  • Hoe is het om iemand te missen?
  • Hoe kan je aan iemand blijven denken?
  • Word je verdrietig als je samen aan iemand denkt of hélpt samen denken het juist tegen het verdriet?
  • Wie wil jij nooit vergeten?

Levensbeschouwelijke vragen:

  • Blijven mensen voor altijd iemand missen of kunnen we iemand vergeten?
  • Denk je dat de mensen Jezus zijn vergeten?
  • Helpt het als je iets hebt waardoor je aan iemand kan blijven denken die weg is? Hoe werkt dat?

OP VERHAAL KOMEN ‘IK BLIJF ALTIJD AAN JE DENKEN’

Tip bij uitvoering:

  • Een huisdier is soms veel belangrijker voor een kind dan bijvoorbeeld opa of oma. Dat kan voor ons volwassenen schokkend zijn maar het is de realiteit voor een jong kind. Schrik er niet van. Houd hier rekening mee en reageer positief wanneer een kind een huisdier noemt. Ga hier serieus op in.
  • Het kan ook zijn dat je kind iemand noemt die hem/haar dierbaar is zonder dat deze persoon weg is. Ook dat is prima. Het gaat om de gedachten van jouw kind.

Vertel dat jullie nu iets gaan bedenken om aan iemand te blijven denken.

  • Vraag: Aan wie wil jij altijd blijven denken? Is er iemand die je mist of iemand die je heel erg zou missen als hij/zij er niet meer zou zijn?
  • Ga samen stil zitten en doe de ogen dicht.
     Stel vragen als: Is er iemand die je mist? Iemand die ver weg is gaan wonen? Mis je ……(je huisdier) die dood is gegaan? Is er iemand die je niet vaak kunt bezoeken?
    Wat zie je als je aan hem/haar denkt? Wat hoor je? Wat ruik je?
    Wat wil je graag weer samen doen?
  • Doe de ogen open.

Tekenen

  • Geef je kind(eren) een blaadje papier en een potlood.
  • Vraag of ze een tekening willen maken van degene aan wie ze hebben gedacht.
  • Laat je kind(eren) vertellen wie ze hebben getekend en waarom.
  • Hang de tekening op en brand er indien mogelijk een kaarsje bij.

Afsluiting
Lees het gedicht over Pasen voor. Het is een vrolijk einde van een verhaal met een verdrietig begin.
Jezus zal altijd dicht bij iedereen zijn die zijn vriend wil zijn.
Je kunt dit gedicht ook bewaren tot Paasmorgen.

GEDICHT PASEN

Op zondag nog vóór het licht van de dag

gaan enkele vrouwen naar het graf.

Het is leeg! Er zit een engel die zegt:

“Zoek Jezus niet waar hij was neergelegd!


Hij is verrezen, opgestaan!”

Met dat nieuws zijn de vrouwen teruggegaan.

Ze werden niet geloofd, die dag,

want niemand had zo’n bericht verwacht.

 

Een poosje later geloofden ze pas

dat Jezus echt verrezen was,

want steeds meer vrienden vier, zes, tien,

vertelden: ‘Wij hebben Hem gezien!’

 

Dat is wat de mensen vieren, zondag.

Ze maken van Pasen een vrolijke dag.