16.1.4.2 Op verhaal komen: Bijzondere cadeaus

BIJZONDERE CADEAUS

Pak de drie beeldjes uit de stal en zet ze zichtbaar voor de groep neer of laat de afbeelding zien, waarop de drie koningen te zien zijn.

Stap 1

Voer een gesprek over wat je kunt geven als er een baby geboren is.

Vertel aan de leerlingen: Meestal geven mensen een praktisch cadeau, iets waar je iets aan hebt maar soms geven mensen een cadeau waarmee ze de baby iets toewensen, een symbolisch cadeau:

• een hartje, omdat je wilt dat iedereen van het nieuwe kindje zal houden
• een bloem, bv een ‘vergeet me nietje’ omdat je wilt dat niemand dit nieuwe kindje ooit zal vergeten
• een beetje aarde uit de tuin omdat je wilt dat ze zich altijd thuis zal voelen

Vraag: Ken je nog meer van dit soort cadeautjes? Welke?

Vergelijk de kraamcadeaus die de kinderen eerder noemden met de cadeaus van de wijzen in het verhaal.

• Wat geven de drie koningen aan het kindje Jezus?
• Waarom geven de drie koningen deze cadeaus?
• Welke cadeautjes zouden de kinderen zelf hebben gekozen voor het kindje Jezus?

Vraag bij elk cadeau door naar de betekenis.

• Waarom vinden ze het goed bij Jezus passen?
• Wat wil je Jezus met dit cadeau geven?

Stap 2

• Maak de kijktafel en bespreek de attributen met de groep.
• Terwijl je de verschillende attributen een plaats geeft, vertel je wat de betekenis ervan is. Betrek zoveel mogelijk alle zintuigen erbij. Laat de kinderen kijken, voelen (koningskleed) en ruiken (wierook en mirre).
• Steek tot slot het wierookstaafje aan. Maak daar een meditatief moment van.

Bespreking attributen:

• Gebruik een mooi, liefst fluwelen lapje als ondergrond. Laat de leerlingen de stof voelen. Leg het op de tafel. Vertel dat de koningen rijk en belangrijk waren maar dat ze Jezus ook heel belangrijk vinden. Ze geloven dat hij de nieuwe koning is. Koningen hebben een mooie koningsmantel.
• Zet de beeldjes of de afbeelding van de ‘drie koningen’ neer op de tafel. Vraag wat ze zien aan de koningen. Valt het op dat ze alle drie een andere huidskleur hebben? Vertel dat de drie ‘koningen’ een verschillende huidskleur hebben. Zo zien we dat iedereen in de hele wereld bij Jezus mag komen.
• De ster van goudpapier: de ster verwijst naar de ster van Bethlehem. Vertel dat de gouden kleur ook vertelt over het goud dat de koningen voor Jezus meebrengen. Goud staat voor rijkdom. Zij geloven dat Jezus een heel bijzondere koning zal worden.
• De wierook: Het ruikt lekker als je het opbrandt. Wierook betekent dat de koningen Jezus heel bijzonder vinden. Veel mensen over de hele wereld vinden dat nog steeds.
• Mirre: Het is het oudste parfum ter wereld. Een luxe en heel duur cadeau. Echt iets voor een koning.

Stap 3

• Steek tot slot het wierookstaafje aan. Maak daar een meditatief moment van. Laat het even stil zijn en laat de leerlingen ruiken. En kijken naar de kijktafel.
• Ze kunnen reageren op de geur maar niet tijdens het stilte moment.

Eventueel Extra:

De leerlingen kunnen de symbolische cadeaus die ze zelf in Stap 1 hebben bedacht, tekenen en er bij leggen op de tafel.